Regelmatig krijg ik de opmerking: “wat ben je duur!” Meestal glimlach ik dan een beetje, omdat het uitleggen soms veel tijd kost. Maar vandaag zal ik proberen het uit de doeken te doen.
De prijs van de artikelen is uit verschillende componenten opgebouwd. Natuurlijk moet ik de vaste lasten betalen: huur, verzekeringen,Billag (kijk- en luistergeld) telefoon en internet. Zoals iedereen die in Zwitserland woont weet, dat kost al veel meer dan in Nederland.
Dan koop ik in bij een groothandel, een tussenpersoon die ook graag wat verdiend. Ik kan niet meteen bij een producent inkopen want daar zijn de hoeveelheden te klein voor.
Ik moet het dan van Nederland hier zien te krijgen. Alles gaat netjes op transport met een vrachtauto, en kost dan ook navenant.
De grootste kostenpost is echter het Verzollen. Het inklaren van de producten duurt lang en kost veel,heel veel. Per positienummer op de handelsrekening betaal ik voor administratiekosten alleen al 10 fr. Als je dan weet dat alle producten met verschillende ingredienten apart ingeklaard moeten worden, dan heb ik met de drop al 16 verschillende positienummers.
Daarbij komt dan nog, dat Zwitserland zijn eigen producten beschermd, waardoor er een flinke heffing staat op bijvoorbeeld producten met melk, chocolade en meel. Mijn duurste product is de chocomel, die kost per liter 2.40 Sf Zollheffung.
Reken het allemaal bij elkaar, dan krijg je mijn productprijs.
En wie goed gelezen heeft, mijn loon is niet meegerekend. Dat komt omdat mijn beloning voor mijn inspanningen liggen in het contact met de klanten. Elke rappen gaat weer terug in de zaak als investering.
Dus duur….. ik vind het wel meevallen!