Zutaten
“In het gezegende jaar 1924 bezocht mijn vader, Douwe Douwenga, als jongeman, met drie vrienden de Hindelooper kermis. Het bier vloeide rijkelijk. En in een jolige bui sloten de drie vrienden m’n vader op in zo’n oude houten plee die toen gebruikelijk was. M’n vader gaf geen kik. Vier uur heeft ie in de plee gezeten. En hij heeft die tijd nuttig gebruikt Z’n enige contact met de buitenwereld was het kleine, ruitvormige openingetje in de deur van de plee. Zou het niet leuk zijn, peinsde m’n vader, als ik nu ‘ns een ruitvormig dropje bedacht. Zout maar niet té zout, dat vinden de mensen lekker.
Hij drukte z’n oog tegen het ruitje en kon nog net het wapen van Hindeloopen zien op het stadhuis. (Een gouden, galopperende hinde in een groen weiland.) Toen was ie eruit. Uit het dropje. Nog niet uit de plee. Een stevig, mildzout, ruitvormig dropje zou het worden. Met de hinde van Hindeloopen erin gepreegd. De Hindelooper Ruitjesdrop. Een jaar later was het dropje al een succes. Niet alleen in Friesland, maar zelfs in Alkmaar en Delfzijl vond het gretig aftrek. En in 1931 kwam het vijfhonderdduizendste blikje de fabriek uit. Een record voor die tijd. Het is mij dus een eer dit oude recept van m’n vader weer op te pakken, zodat iedereen in Friesland en de rest van Nederland er weer van kan genieten.”
Een lekker zout dropje
There are no reviews yet